Een omgekeerd scheppingsverhaal (Lc. 2,1-14) (Viering)
Toen God besloot om zelf zijn Koninkrijk naar de mensen te brengen, opteerde hij niet voor een grootse entree.
Of deed Hij dat juist wel? Is het niet groots dat Hij als mensenkind in de wereld kwam? Die onbegrensde God neemt de grenzen van een mensenleven aan, en wordt op die manier voor mensen herkenbaar. Die gans andere, ongrijpbare God wordt even begrijpbaar.
Het verhaal van Kerstmis heeft iets van een omgekeerd scheppingsverhaal. Hij die de mens geschapen had naar zijn beeld en gelijkenis, wordt nu zelf geboren naar het beeld en de gelijkenis van de mens. Zo wordt God een van ons. Zo kan Hij de mens tot voorbeeld zijn, ervaarbaar, inleefbaar. Zo wil Hij tonen en voorleven hoe wij, mensen, zijn scheppingsplan kunnen realiseren.
“Heden is u een Redder geboren. En dit zal voor u een teken zijn: gij zult een pasgeboren kind vinden, liggend in een kribbe.”, zei de engel tot de herders. Dat dit Kind in een kribbe ligt, is dus een teken. Het kind werd niet neergelegd in de open handen van wachtende mensen. Hij die ons kwam redden kon niet geboren worden in de huizen of in de harten van de mensen. Die waren blijkbaar te klein, te eng. Dan maar in een kribbe, op een plek waar de vergetenen der aarde wonen.
Later, al eeuwenlang trouwens, troept de hele christenheid samen rond die kribbe. De geboorte van Jezus wordt tegenwoordig zelfs zeer uitbundig gevierd: straten hangen vol lampjes, winkels puilen uit van kerstcadeaus, families zitten urenlang aan rijkgevulde tafels… Maar begrijpen wij nog wel het teken van de kribbe? Wordt Kerstmis niet veelal gevierd op de meest uiteenlopende manieren, behalve in tederheid en zorg voor elkaar?
Ik denk dat God, indien Hij in deze tijd zijn Zoon opnieuw zou laten geboren worden, de kribbe zou plaatsen in een land als het onze,
-waar de rijkdom van eenvoudige mensen nog zelden gewaardeerd wordt;
-waar de centrale verwarming vaak de functie heeft overgenomen van hartverwarmende contacten;
-waar de cd en de smart-phone de simpele zang van de engelen overstemt;
-waar de economisch oninteressante vreemdeling van de os naar de ezel wordt gestuurd;
-waar de vluchteling en de dakloze in de kou staan,misschien wel vlak bij de kribbe, zoals destijds hun lotgenoten, de herders.
Kerstmis is immers meer dan een kaarsvlam en een groene tak;
het is het groen van deze aarde beschermen voor de mensen van morgen.
Kerstmis is meer dan ‘zingen’ over vrede op aarde;
het is ook vrede stichten en dus de hand reiken
aan de werkloze die het zoeken moe is,
aan de jongere die zijn weg niet vindt,
aan de oudere die zich afgeschreven voelt.
Kerstmis is vergeving vragen aan het Kind van Bethlehem en scheidsmuren afbreken tussen ons en de vreemdeling en de vluchteling, die het slachtoffer zijn van goedkope stemmingmakerij. Het Kind van Bethlehem is er immers voor àllen.
Kerstmis is
aan dit Kind goud schenken, gesmolten met de warmte van onze liefde en onze vriendschap;
voor dit Kind wierook branden met korrels van ons geloof;
dit Kind mirre aanbieden, de balsem van onze hoop.
Dan wordt Kerstmis een écht-zalig Kerstfeest.
Marc Christiaens o.p.